Vlak na de coronacrisis stelde de imec.digimeter een versnelde digitalisering en een verhoogd techno-optimisme vast bij de Vlaming: nooit werd er meer online geshopt, getelewerkt en gebankierd. In 2022 bekoelt die relatie weer wat, onder impuls van een toegenomen bezorgdheid op het gebied van afhankelijkheid, fake news en privacy.
De digitale kloof blijf bestaan, maar verschuift: voor meer en meer Vlamingen is het geen gebrek aan toegang meer, maar een zaak van digitale vaardigheden en attitudes. Ook bij de jongeren.
Kalverliefde maakt plaats voor ambiguere relatie met technologie
Na de coronagolven bleek 2022 ook op digitaal gebied voor een normalisering te zorgen. De tijd die we gemiddeld op onze smartphone doorbrengen per dag, stijgt niet verder en zakt zelfs lichtjes met 3 minuten (tot 185 minuten). Voorts blijkt de argeloosheid waarmee veel Vlamingen de digitale technologie en dienstverlening aanvankelijk omarmden, weg te hebben. De bezorgdheden groeien rond smartphone-afhankelijkheid, fake news en privacy.
40 procent van de Vlamingen noemt zichzelf smartphone-afhankelijk (7 procentpunten meer dan bij de vorige imec.digimeter), 36 procent geeft aan er te veel tijd aan te besteden, 27 procent noemt zich zelfs verslaafd (5 procentpunten meer dan vorig jaar).
Het zet 88 procent van de Vlamingen ertoe aan om zichzelf minstens 1 regel op te leggen om hun smartphonetijd binnen de perken te houden, zoals notificaties en meldingen van bepaalde apps uitzetten. Zeker in tijden waarin het telewerken normaliseert, groeit de nood om grenzen te helpen bewaken tussen on- en offline, en tussen werk en privé.
Drie op vier Vlamingen zijn bezorgd om de impact van desinformatie op de maatschappij, en die groep is gegroeid sinds vorig jaar (+5 procentpunten). Paradoxaal genoeg daalt het aantal mensen dat zelf actie onderneemt om het waarheidsgehalte van nieuws actief te controleren naar 49% (-3).
Voorts hebben ruim 7 op 10 Vlamingen in 2022 frauduleuze berichten (phishing) ontvangen. 77% (+3) denkt dan ook meer na vooraleer op een weblink te klikken.
Voor de afhandeling van financiële zaken, zoals bankzaken en de belastingbrief, is de digitale werkwijze het ‘nieuwe normaal’ geworden bij 3 op 4 Vlamingen. Tegelijkertijd maken burgers zich zorgen over het delen van hun data.
Een groeiende groep gaat dan ook bewust om met z’n data: 93% voert minstens één privacybeschermende regel in, 30% (+3) is enkel bereid om data te delen op voorwaarde dat er een duidelijke meerwaarde tegenover staat, en op voorwaarde dat de partner vertrouwd wordt. Op vlak van gezondheid is er bijvoorbeeld weinig animo om data van apps en wearables te delen, maar het eigen ziekenhuis blijft wel een betrouwbare partij.
“Met de oprichting van het datanutsbedrijf en FTI Flanders schakelt Vlaanderen een digitale tand bij. Het is een goed idee om de krachten van overheid, onderzoeksinstellingen en bedrijven te bundelen om onze regio digitaal op de kaart te zetten. Maar deze imec.digimeter is een reminder dat we de burger en zijn groeiende bezorgdheden zeker niet mogen vergeten in dit verhaal. De hamvraag is hoe we de digitale transformatie op een inclusieve manier kunnen vormgeven”, aldus Lieven De Marez, professor nieuwe communicatietechnologieën bij mict – een imec-onderzoeksgroep aan de UGent
Digitale kloof gaat meer over ‘kunnen’ en ‘willen’ dan over ‘hebben’
99% van de Vlamingen heeft toegang tot een toestel dat verbonden kan worden met het internet. Het lijkt erop dat de digitale kloof minder een kwestie van ‘hebben’ en meer een kwestie van ‘kunnen’ en ‘willen’ is geworden.
Daar is een belangrijke kanttekening bij te maken: Vlamingen met een lager gezinsinkomen beschikken nog dikwijls over te weinig schermen (23%), en ze ervaren financiële drempels om een snellere internetverbinding aan te schaffen (voor 1 op 3 Vlamingen weegt de kost voor betere connectiviteit (vast of mobiel) te zwaar op het budget).
Toch lijkt de klassieke digitale kloof wat te verschuiven richting vaardigheden en attitudes.
Meer dan 4 op de 10 Vlamingen hebben onvoldoende vertrouwen in zichzelf om basisproblemen met technologie op te lossen, en daar zit over de jaren heen geen beterschap in. Zorgwekkender nog: bij jongeren gaat dat vertrouwen in basisvaardigheden erop achteruit. Daarnaast vindt 30% (+2) termen gelinkt aan digitale toepassingen verwarrend.
De groep die kan meepraten over nieuwe technologieën zoals metaverse en blockchain is erg klein. En dat geldt ook voor jongeren: bijna één op drie geeft aan dat de digitale technologie voor hem of haar te snel gaat (+8 procentpunten sinds vorig jaar). De mythe van de jongere als een ‘digital native’ die automatisch mee is met de digitale samenleving, is doorprikt.
De attitude van de Vlaming tegenover technologie blijft positief: een ruime meerderheid van 71% is ervan overtuigd dat technologie ons leven makkelijker en comfortabeler maakt. Al lijkt de opflakkering van techno-optimisme na corona wat bekoeld (-10 procentpunten sinds de vorige digimeter). 27% van de Vlamingen mijdt technologie (+3) en de groep die er vertrouwen in heeft dat ze de noodzakelijke digitale vaardigheden aan kunnen leren, daalt licht.
“Hier lijkt een belangrijke rol te liggen voor het onderwijs: jongeren moeten een basis aan technologiewijsheid krijgen, niet enkel in STEM-richtingen. Ze moeten de concepten leren kennen en gebruiken. Maar laptops en tablets uitdelen in de klas is niet genoeg: leerlingen moeten ook leren om te weerstaan aan afleiding, en ze moeten een gezonde digitale balans leren vinden in een wereld met telewerk en afstandsleren”, zegt Lieven De Marez. Foto imec.
Als onafhankelijk onderzoekscentrum verbindt imec zich ertoe zijn expertise in te zetten om de feiten rond technologie en innovatie helder en objectief weer te geven, en zo de maatschappij te helpen ze te begrijpen en te plaatsen.